Voor mijn vierjarige (ten tijde van dit schrijven) zoontje kocht ik bij wijze van proef dit boek met kindergedichten. Ouders weten dat de populariteit van een voorleesboek vaak pas na enkele weken blijkt: hoe vaker erom gevraagd wordt, des te beter het in de smaak valt. Bij ons bleek dit boek een geweldig succes te zijn. Sommige gedichten kan mijn kleine inmiddels reciteren, ga maar na.

Het boek staat vol met subtiele, stoute, kleine verhalen in dichtvorm. Soms onduidelijk en dromerig, soms juist concreet, maar altijd kundig geformuleerd. Bovendien is het schitterend geïllustreerd, helemaal in dienst van de poëzie. Ik denk dan aan het gedicht over de storm (gitzwart, maar blijkt eigenlijk heel leuk te zijn), of aan het gedicht over de de grote pan waar alles in past (“Maar er is één ding wat er niet in past, wat denk je? De pan zelf.”).

Ik moedig u aan dit boek eens te proberen. Het kostte mij wat oefening om het goed voor te lezen, maar inmiddels heeft het een vaste plek in ons kinderboekencurriculum. En dat is toch prachtig, voor een boek met poëzie.

– Job van der Kooij