Being Mortal: Illness, Medicine, and What Matters in the End

Atul Gawande – Being Mortal (2014)*

De Amerikaanse chirurg en hoogleraar heeft in de afgelopen jaren een aantal belangrijke boeken gepubliceerd, zoals Complications. A Surgeon’s Notes on an Imperfect Science en Better. A Surgeon’s Notes on Performance. In al zijn boeken doorspekt hij een filosofische overdenking met praktijkvoorbeelden uit zijn eigen carrière. Een beetje zoals Oliver Sacks dat deed voor de neuropsychologie, maar dan leuk.

In 2006 werd Gawande voor zijn baanbrekende publicaties beloond met een MacArthur Fellowship, de meest prestigieuze aanmoedigingsprijs van de VS. De jaren daaropvolgend heeft hij, dankzij de reusachtige geldprijs die aan het fellowship verbonden is, rustig kunnen werken aan het boek dat ik hier over het voetlicht wil brengen. Een van de overpeinzingen die Gawande namelijk al die jaren bezig heeft gehouden is in hoeverre het voor een mens goed is dat de medische wetenschap hem in toenemende mate de hoge ouderdom in helpt.

Gawande merkt in dit boek op dat de dood en het sterven tegenwoordig niet meer worden beschouwd als een integraal deel van het leven. De patiënt gaat ervan uit dat de dokter altijd wel weer iets kan bedenken om de dood de wacht aan te zeggen. De moderne geneeskunde stelt ons in staat steeds ouder te worden, maar dat zegt nog niets over de kwaliteit van de ouderdom die ons gegund is. Een van de consequenties is bijvoorbeeld dat steeds meer ouderen afhankelijk worden van mantelzorg door bloedverwanten. Zijn wij bereid die rol te vervullen? En hoe waardevol is het bereiken van een hoge leeftijd als dit betekent dat we simpelweg een langere periode door moeten brengen in een bejaardenhuis?

Gawande kraakt harde noten, en ik vind het een geweldige stellingname. Zijn praktijkervaring als hoogleraar medische filosofie en als chirurg in de OK stelt hem in staat een mooie balans op te maken.

Oud worden met respect voor jezelf, en sterven met waardigheid; deze twee thema’s werkt Gawande op prachtige manier uit.

— Job van der Kooij

<< Terug naar Aanraders De wereld nu