The Old Ways. A Journey on Foot

Robert MacFarlane – The Old Ways (2012) *

Mensen laten net als andere dieren sporen na; paden die in de loop der tijden door menselijke voeten, karrenwielen, paarden, ezelshoeven en door regen, ijs en wind zijn uitgesleten. Een voetafdruk van menselijk leven in het landschap. Macfarlane volgt deze paden en spoort de verhalen op die ermee verbonden zijn. Het is de derde keer dat Robert Macfarlane ons meeneemt op zijn tochten door de natuur. In Hoogtekoorts onderzocht hij de menselijke fascinatie voor huiveringwekkende bergtoppen, in De laatste wildernis ging hij op zoek naar de ongerepte natuur in Engeland en Ierland. In De oude wegen, het laatste deel van het drieluik, richt Macfarlane zijn zoektocht juist op de door mensen betreden natuur.

Laten we bij het begin beginnen: The Old Ways, of in de Nederlandse vertaling De Oude Wegen is inmiddels een enigszins gebaand pad, maar dat pad is wel aangelegd door Robert Macfarlane. Met zijn boek brengt hij een ode aan wandelpaden, de voetstappen die permanent in het landschap zijn aangebracht door mens en dier. Tijdens mijn studie archeologie werden professoren helemaal enthousiast als ze een dergelijk oud pad aantroffen, en Macfarlane weet dat enthousiasme goed vorm te geven. Waar hij in zijn andere boeken juist van de gebaande paden aftrad, op zoek naar de wildernis en weg van de mensen, stapt hij in het laatste deel van zijn trilogie juist bewust de beschaafde wereld in. Een beschaafde wereld van eeuwen geleden. Zoals de Romein vroeger deed, wandelt Macfarlane tot hij een goed plekje naast de weg ontdekt om te slapen, en loopt hij de volgende dag weer verder. Het eten dat hij nuttigt is gekruid met geschiedenis, filosofie, religie, en zelfs een beetje metafysica.
The Old Ways is dan wel deel van een trilogie, het is ook prima op zichzelf te lezen.

Nederlandse vertaling: ‘De oude wegen’ (vert. Nico Groen en Marijke Versluys)

– Linda Leestemaker