Rome

Robert Hughes – Rome (2011)*

‘Supposedly, Romulus ‘founded’ the city that bears his name. If things had gone differently and Remus had done so we might now talk about visiting Reem.’

Dit is geschiedenis met humor om te lachen, waar zie je dat nog? Meestal komen historici
daar niet mee weg – mijn eigen nest bevuilend mag ik wel zeggen dat het doorgaans humorloze mensen zijn – maar Robert Hughes is een van de grote uitzonderingen. Hij is van huis uit kunsthistoricus en dus is deze waanzinnig soepel geschreven geschiedenis van Rome voornamelijk een cultureel relaas.

De stad Rome ligt Hughes na aan het hart. Uit alles proef je een haast liefkozende manier van schrijven over la Città Eterna. De delen van het boek die over de vroegste geschiedenis van de stad gaan, zijn eerlijk gezegd de zwakste. Enkele feitelijke onjuistheden zijn in de internationele pers reeds gekraakt. Maar dat laat onverlet dat het boek vanaf het jaar 100 v. Chr. echt strak op stoom komt. Het sublieme hoogtepunt van het boek ligt bij de vroegmoderne cultuurgeschiedenis van de stad. Hughes gaat helemaal los als de perfecte begeesterde geschiedenisleraar zodra hij bij Titiaan en Caravaggio is aangekomen. Het boek is over het algemeen zeer goed geïnformeerd, maar hier stelt de schrijver echt een waanzinnige kennis van de Romeinse kunst ten toon.

Het is ook een boek dat buiten de gebaande paden gaat. Natuurlijk komt de ontstaansgeschiedenis van de Sint-Pieter basiliek aan de orde, evenals de ondergrondse waterwerken en de vele fraaie fonteinen (sommige ook foeilelijk in de ogen van Hughes). Maar het zijn juist de minder bekende kunstenaars, kapellen en tuinen die zijn boek zo belangrijk maken. Het zorgt ervoor dat je met andere ogen naar de stad kijkt. In iedere straat of steeg kan er weer een prachtig verhaal liggen over de stad, zo blijkt uit dit boek.

Het strekt van Aeneas tot Fellini, en van fascisme tot Borromini. Dit boek hoort bij de standaarduitrusting voor iedere geïnteresseerde bezoeker van de stad. Lonely Planet voor de hotelletjes, Hughes voor de cultuur.

Bravo!

— Job van der Kooij